Waarom deze publicatie?


Ter gelegenheid van de herdenking van de 50e verjaardag van de benoeming van zijn moeder als eerste vrouwelijke minister in België, heeft haar zoon Christian V.P. De Riemaecker samen met zijn echtgenote Evelyne Bastin haar biografie, rijkelijk geïllustreerd met tijdsdocumenten, uitgegeven.


Voorwoord


In 2015 is het vijftig jaar geleden dat mijn moeder Marguerite De Riemaecker–Legot de eerste vrouwelijke Minister in België werd. Die gebeurtenis is toen niet onopgemerkt gebleven. Deze benoeming genoot destijds meer aandacht van alle media dan de nieuwe regering.

Het was inderdaad een mijlpaal, een grote première. Een stap vooruit voor alle vrouwen. Het was vooral ook een bekroning van de vele inspanningen en het doorzettingsvermogen van Marguerite.

Ik dank van harte mijn echtgenote. Zij is de motor sinds lange jaren achter dit eerbetoon. Haar volharding heeft me gesteund om de redactie en de uitgave ervan tot een goed einde te brengen. Ze heeft me kennis laten maken met verschillende organisaties en verenigingen die ijveren voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Zo ook met de NGO Soroptimist International, waarvan ze ondertussen lid is geworden.

Wat mij echter droevig stemt, is te moeten vaststellen dat er tot op heden te weinig vooruitgang is geboekt.
De situatie van de vrouw en de jeugd in onze westerse landen is beter dan enkele decennia geleden. Jammer genoeg is de tekst van het liedje “Woman is the nigger of the world”, in 1972 geschreven door wijlen John Lennon, samen met zijn echtgenote Yoko Ono, nog altijd brandend actueel in sommige wereldregio’s. Overbodig de landen op te noemen waar de vrouw eerder slaaf is, terwijl de mannen palaveren. Of de landen waar de vrouw in de duisternis van de Middeleeuwen leeft onder religieuze verhullende voorwendsels.

Ook wat het Westen betreft, mogen we zeker ons hoofd niet in het zand steken. Handel in vrouwen en meisjes, gewelddaden waarvan ze slachtoffer zijn, … Niet meteen de meeste riante kant voor de beschaafde wezens die we beweren te zijn. Er is geen reden om reeds victorie te kraaien. Er is nog werk aan de winkel voor alle verenigingen die opkomen voor de rechten van de vrouw.

In 1965 vertrouwde Marguerite tijdens een interview aan “La Lanterne” toe “hoe dikwijls heb ik tijdens mijn loopbaan bij contacten met mijn collega’s tijdens de verkiezingscampagnes niet gedacht: was ik een man geweest, dan zou dat veel zaken vereenvoudigen…”
Inderdaad, volgens mij bestaat er geen twijfel dat, indien ze een man was geweest, ze tien jaar eerder tot minister benoemd zou zijn geweest, dat ze misschien zelfs haar loopbaan als Burgemeester van de Stad Brussel had kunnen beëindigen en dat de media meer belang zou hebben gehecht aan haar werkelijke bekwaamheden dan “aan haar lippenstift en poederdoos”.
Deze ”genderdiscriminatie” heeft echter mijn bewondering voor mijn moeder alleen maar doen toenemen, namelijk voor de manier waarop ze tijdens haar hele leven een positie heeft kunnen innemen binnen deze mannenwereld. Zeker als je dit bekijkt in de context van 50 jaar geleden.
Nog meer bewonderenswaardig is het feit dat ze van haar positie en haar macht gebruik heeft gemaakt om te DIENEN en niet om zich te bedienen, zoals men dat soms in de politieke wereld moet vaststellen en dat zij bovendien al haar krachten heeft benut om het statuut van de vrouw en het gezin te verbeteren en wegen voor de vrouwen heeft geopend die toen moeilijk toegankelijk waren.
Vandaag zijn er talrijke verenigingen die ijveren voor de rechten van vrouwen en van jonge meisjes. Het is bemoedigend vast te stellen dat ze talrijker en actiever worden. Nochtans, zoals Marguerite het zelf verwoordde: «Indien vrouwen voor vrouwen zouden stemmen, zouden ze eindelijk iets te zeggen hebben.»

Mijn vurigste wens is dan ook dat die link, tussen haar actieve loopbaan en de missie van dergelijke vrouwelijke verenigingen wereldwijd, kan bijdragen tot een welverdiende supplementaire zichtbaarheid voor deze organisaties. En dat bovendien alle vrouwen er zich bewust zouden van zijn dat er, dankzij pioniers zoals Marguerite Legot, vele deuren zijn opengegaan voor vrouwen. Of zoals Isabelle Gatti de Gamond (1839-1905) het destijds al verwoordde : “On ne saura jamais, chaque fois qu’on ouvre une porte aux femmes, l’importance de la révolution qui va s’accomplir”. “Men kan nooit inschatten, telkens men een deur voor vrouwen opent, welke omvang van omwentelingen dit zal teweegbrengen.”

Tenslotte hoop ik dat het lezen van het herinneringsboek u de nodige stimuli zal geven om verder te strijden in onze pseudo-democratische wereld, die echter nog teveel overheerst wordt door mannen. De strijd aanbinden voor mensenrechten is goed, zich inzetten voor vrouwenrechten is nog beter!

– Christian V.P. De Riemaecker